top of page

Heb je moeite met vloeiend spreken, zoek je hulp bij leerstoornissen of taalstoornissen, dan kan je in de Babbelhut terecht.

Spreekvloeiedheidsstoornissen
Spreekvloeiendheidsstoornissen

Onder onvloeiendheden worden verschillende spraakstoornissen gerekend waaronder stotteren en broddelen.

​

Stotteren

Stotteren is een verstoring in de vloeiendheid van spreken. In het spreken kunnen stotterkenmerken als herhalingen, verlengingen en blokkades voorkomen. Ieder individu heeft weer zijn eigen reacties op het stotteren.
De persoon die stottert kan geleidelijk negatieve gedachten ontwikkelen die tot deze reacties leiden. De gevoelens rond spreken en stotteren veranderen mee, vaak in negatieve zin. Daardoor kan stotteren in sociaal opzicht ook veel gevolgen hebben. Deze individuele gedachten, gevoelens en reacties vragen om stottertherapie ‘op maat’.
Bij oudere kinderen, jongeren en volwassenen gaat de therapie uit van gedragsverandering. De bedoeling is om de negatieve emoties en gedachten te wijzigen, het spreekgedrag positief te beïnvloeden en gespreks- en communicatievaardigheden aan te leren.
Indien gewenst worden ook spreektechnieken aangeleerd om het stotteren vloeiender te maken of te verminderen.
Bij jonge kinderen is de betrokkenheid van de ouders bij de therapie cruciaal. Ook de school en de omgeving worden geïnformeerd en geadviseerd.
Wetenschappelijke studies wijzen op het belang van vroegtijdige behandeling. Bij circa één vijfde van de kinderen die beginnen stotteren, evolueert dit tot een chronisch probleem. De therapie is zinvol vanaf circa 2 jaar.

​

Broddelen

Een andere manier van niet-vloeiend spreken die vaak verward met stotteren, is broddelen. Een broddelende spreker is niet in staat om zijn spreektempo aan te passen. Dit resulteert ofwel in een grote hoeveelheid normale niet-vloeiendheden ofwel in fouten in ritme en pauzes ofwel in moeilijk verstaanbaar spreken. De broddelende spreker is zich vaak zelf niet bewust van deze symptomen.
Bij heel wat stotterende sprekers is sprake van een broddelcomponent: een mengvorm.

Taalstoornissen
Leertoornissn
Taalstoornissen

Soms verloopt de taalontwikkeling vertraagd of afwijkend. We spreken dan van een primaire taalontwikkelingsstoornis. De problemen kunnen betrekking hebben op het begrijpen (taalbegrip) of op het uiten van de taal (taalproductie) of op beide. We merken dan een vertraging of een stoornis in de ontwikkeling van de taalvorm, taalinhoud of taalgebruik.

Kinderen met een secundaire taalontwikkelingsstoornis, bv. ten gevolge van een mentale handicap, worden in revalidatiecentra of scholen voor buitengewoon onderwijs verder geholpen.

​

Leerstoornissen

Hierbij gaat het voornamelijk om problemen bij het lezen, het schrijven en het rekenen.

Als er sprake is van een ontwikkelingsstoornis spreken we respectievelijk van dyslexie, dysorthografie of dyscalculie.

Soms kunnen leerstoornissen gepaard gaan met andere problemen zoals aandachts- en/of concentratieproblemen, woordvindingsmoeilijkheden, schrijfmotorische moeilijkheden, ...

bottom of page